Parameters bij het meten van blootstelling aan trillingen
De bepaling van blootstelling aan lichaamstrillingen en hand-arm trillen wordt meer en meer vastgesteld middels metingen. De Nederlandse wetgeving spreekt in principe over het niet overschrijden van de grenswaarden van 1,15 m/s2 voor lichaamstrillingen en 5 m/s2 voor hand-arm trillingen. Evenals bij geluid gelden voor trillingen ook actiewaarden, zijnde 0,5 m/s2 voor lichaamstrillingen en 2,5 m/s2 voor hand-arm trillingen. Bij overschrijding van de actiewaarden moet er een plan van aanpak komen om de blootstelling te beperken. De grens- en actiewaarden gelden voor een referentieperiode van 8 uur. De wetgeving geeft voor lichaamstrillingen een grenswaarde van 0,25 m/s2 voor een bijzondere categorie werknemers. Denk hierbij aan zwangere werknemers en werknemers met rugklachten.
VDV (Vibration Dose Value)
In geval van een risicobeoordeling bij blootstelling aan lichaamstrillingen is er in geval van schokken een voorkeur om ook de parameter VDV (Vibration Dose Value) mee te nemen in de beoordeling en niet enkel de A(8) (Acceleration/versnelling als dagblootstelling). In de VDV krijgen de piekbelastingen een relatief hogere bijdrage, waardoor deze als het ware minder uitgemiddeld worden over de meting. De bijdragen van hoge pieken worden zo beter meegenomen in de beoordeling. Een VDV waarde cumuleert over de meting. Belangrijk is dus dat de meetduur overeenkomt met de blootstellingsduur, of dat de meting correct ge-extrapoleerd wordt naar de blootstellingsduur. Voor de vaststelling of de VDV inderdaad nuttig is voor de risicobeoordeling van schokken, wordt naar de zogenaamde Crest-factor gekeken. De Crest factor is de verhouding tussen de piekwaarde en de RMS waarde. Bij een crest factor boven de 9 is het aanbevolen om de beoordeling ook toe te passen middels de VDV parameter. Voor VDV wordt een grenswaarde gehanteerd van 21 m/s1,75 en een actiewaarde van 9.1 m/s1,75.
De Vib(A8) is een instrument specifiek ontworpen voor de bepaling van de blootstelling aan trillingen. Voor Lichaamstrillingen wordt en specifieke accelerometer gekoppeld voor deze bepalingen. Het instrument bepaalt naast de versnellingswaarden, tevens de Crest factor en de VDV waarde. Gemakkelijk kan direct de risicobeoordeling ondersteund worden met genormeerde metingen en toetsing aan de grenswaarden en actiewaarden.